Beeldrijm 3 Special Award 2015
Visie op de wereld: Arnold Fietje en de Zero beweging
door Else Siemerink
Iemand noemde het werk van Special Award 2015 kunstenaar Arnold Fietje in één adem met de kunstbeweging Zero. En dat is geen misplaatste vergelijking, want ook in het werk van Fietje lijken een aantal van de waarden van deze wereldberoemde kunstbeweging uit de jaren 60 aanwezig te zijn.
Arnold Fietje, Zonder titel |
Jan Schoonhoven, Quadratenreliëf met schuine binnenvlakken naar middellijnen van de quadraten, 1967. Foto: Pictoright, Amsterdam 2014. |
Eerder schilderde Arnold Fietje vooral kleurrijke landschappen. Wolken en graspollen kwamen veel voor in zijn werk. Maar zo’n zes jaar geleden gooide Fietje het roer helemaal om. Hij besloot opeens enkel met grafiet en potlood te tekenen. Waarom hij die overgang maakte is niet duidelijk, dat kan hij zelf niet verwoorden. Naar de reden hiervan kunnen we alleen maar gissen.
De Zero kunstbeweging komt ook voort uit een breuk met het verleden en een radicale verandering van perspectief en van praktijk. De jaren vijftig en zestig waren de ideale voedingsbodem voor een dergelijke vernieuwende beweging. Aan het pessimisme dat na de oorlog in de kunst heerste wilde een groep kunstenaars een einde maken. In Duitsland begon dit met een groep die zich Zero noemde – naar het aftellen bij de lancering van een raket – en die al snel uitgroeide tot een enorm internationaal kunstnetwerk, het grootste van de 20e eeuw. In Nederland noemde deze beweging zich de Nul groep, waar onder andere Jan Schoonhoven, Henk Peeters en Herman de Vries onderdeel van uitmaakten.
Maar wat was de kern van de artistieke praktijk van deze beweging? De Zero-kunstenaars trachtten harmonie in hun werk te brengen en streefden naar een ideale verhouding tussen mens en natuur. Ze zetten zich af tegen traditie en waren “anti-schilderkunstig”. Ze werkten veel met niet traditionele materialen en zelfs bierflesjes konden gebruikt worden om kunst van te maken. Kenmerken zijn de monochromie, het gebruik van slechts een aantal kleuren, het aspect van herhaling en de directheid van materialen. Ze maakten vaak gebruik van geribbelde oppervlakten, spijkers, reliëfs. Er bestond voor hun geen scherpe grens tussen schilderkunst en beeldhouwkunst. Met elementen van natuur en beweging, creëerden de kunstenaars met hun werk een symbiose tussen natuur, kunst en techniek.
Het werk van Arnold Fietje wordt gekenmerkt door een zelfde soort geometrische abstractie als dat van de Zero-kunstenaars. Hij gebruikt veel zwart en wit en maakt heldere, maar tegelijkertijd raadselachtige doeken. Hij verdeelt verschillende – voornamelijk ronde – vormen over het doek en kadert die in met een zwarte rand. Hoewel ogenschijnlijk willekeurig geplaatst, straalt het werk tegelijkertijd een enorme precisie uit: alsof de elementen in zijn tekening precies op de plek staan waar ze horen, en ook nergens anders hadden gepast. Alsof ze onderdeel zijn van een puzzel en alleen Fietje weet hoe die gelegd moet worden.
De cirkels lijken te staan voor een eindeloosheid, een oneindige herhaling; er is geen begin en geen eind. En het ritme en de patronen maken het tot dynamische en beweeglijke schilderijen. Ze tonen Fietje’svisie op de wereld, welke zich duidelijk richt op iets groters en universeels. Iets wat niet te maken heeft met het individu, maar met het collectieve. Met alles en iedereen. De werken gaan over mens én natuur, en laten een symbiose tussen beide zien.
En dit is precies wat de Zero kunstenaars ook nastreefden. Het is dan ook niet vreemd dat Fietje zijn werken omschrijft als ‘wereld’ of ‘land’. Dat zegt eigenlijkmeer dan genoeg: Fietje heeft verder geen woorden nodig om uit te leggen waar zijn werk over gaat.
Het werk van Arnold Fietje maakt onderdeel uit van de Special Award 2015 expositie Museum Jan van der Togt in Amstelveen, t/m 6 december 2015